Per 1 januari 2026 zet de Nederlandse Energiewet een volgende, significante stap. Deze fase is minder een radicale breuk en meer een versnelling van de reeds ingezette trends, met concrete gevolgen voor huishoudens en de kansen voor energiegemeenschappen.
De Afbouw van Salderen: De Volgende Fase
De meest direct merkbare verandering voor eigenaren van zonnepanelen is de verdere afbouw van de salderingsregeling. Waar u in 2025 nog 64% van uw teruggeleverde stroom kunt salderen, daalt dit percentage in 2026 naar 55%. In de praktijk betekent dit dat een groter deel van uw opgewekte stroom wordt vergoed via de lagere, vaste terugleversubsidie, in plaats van tegen het volle leveringstarief. Deze wijziging versterkt de financiële prikkel om uw eigen stroom direct te verbruiken – door bijvoorbeeld apparaten overdag te laten draaien of een elektrische auto op te laden – of te investeren in een thuisbatterij.
Een Krachtiger Kader voor Energiegemeenschappen
Voor energiegemeenschappen brengt 2026 een verdieping van het juridische fundament. De wet verplicht netbeheerders tot een proactievere rol. Dit vertaalt zich in meer praktische ondersteuning, zoals:
Duidelijkere modelcontracten voor het delen van energie tussen deelnemers.
Betere inzichten in netcapaciteit, zodat gemeenschappen kunnen zien waar ruimte is voor nieuwe initiatieven.
Gestandaardiseerde data-uitwisseling, wat de technische uitwisseling van stroom binnen een wijk of buurt vereenvoudigt.
Gewenste Ontwikkelingen en Praktische Voorbereiding
De meningen over het tempo van de transitie lopen uiteen. Voorstanders van een snelle omschakeling pleiten voor de invoering van flexibele uur-tarieven, wat de businesscase voor opslag en gemeenschapsprojecten sterk verbetert. Consumentenorganisaties hameren daarentegen op rechtvaardigheid en betaalbaarheid, om te garanderen dat de energietransitie voor iedereen haalbaar blijft.
Qua voorbereiding is het beeld wisselend. Het elektriciteitsnet kampt met capaciteitsproblemen, en netbeheerders werken onder hoge druk om uitbreidingen te realiseren. Bij veel bewoners is de kennis over deze veranderingen en de kansen van energiegemeenschappen nog beperkt. De voorbereiding rust daarom nu vooral op de schouders van pioniers en gemeenten die hun regierol actief oppakken.
Kortom, 2026 markeert een fase van consolidatie en aanscherping. Het zet huishoudens aan tot een slimmere energiehuishouding en biedt gemeenschappen meer houvast. Het succes van deze stap hangt af van de verdere uitbouw van het net en het effectief informeren en ondersteunen van alle betrokkenen.